Wat ziet u?

Wat ziet u als u rond u heen kijkt?
Irritante, egoïstische mensen of vermoeide en verstrooide schapen?
Zien we de nood, de pijn en het verdriet bij onze naaste of hebben we genoeg aan onze eigen zorgen?

Jezus zag de nood van de mens en ging daar op in. Hij doorzag wat er écht bij de mensen speelde en keek verder dan de buitenkant.
In Mattheüs 9:36 staat: Toen Hij de menigte zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben.” Hij is bewogen over de kroon op Zijn schepping: Zijn mensen! Hij wil Zich over hen ontfermen en zoekt arbeiders die willen helpen met het oogsten.
ZacheusJezus had oog de situatie van Zacheüs. Jezus keek verder dan het beeld dat het volk van hem had. Voor Jezus was Zacheüs niet die zondige, rijke hoofdtollenaar die meeheult met de vijand en zijn eigen volk bedriegt. Ja, dat wist Jezus ook, maar Hij zag ook het verlangen van Zacheüs om zijn leven weer op orde te krijgen en echt gelukkig te worden. Het liedje van Elly en Rikkert over Zacheüs zegt het heel mooi: “Want ook al hou je je groot Zachëus. Toch ben je klein en alleen. Diep in je hart zie Ik nood, Zacheüs. Want Ik kijk dwars door je heen.”

Jezus gaat in op het verlangen van Zacheüs om Hem te ontmoeten. De rijke en welvarende man kruipt zelfs in de boom omdat hij Jezus graag wil zien. Jezus wil hem niet alleen zien, maar ook ontmoeten en hem een nieuw leven aanbieden. Een leven van eerlijkheid, oprechtheid en omzien naar de ander. Een leven dat zijn omgeving liefst van deze verrader zou willen afeisen. Maar ze hebben de liefde en bewogenheid er niet voor. Ze morren alleen maar. Ze zien dat Jezus het huis van Zacheüs binnen gaat. En “Allen die dit zagen, zeiden morrend tegen elkaar: ‘Hij is het huis van een zondig mens binnengegaan om onderdak te vinden voor de nacht (Lucas 19:7).”

Jezus bereikt het hart van Zacheüs. Hij ziet de werkelijke nood van deze man en weet juist daardoor een keer te brengen in zijn leven. De hoofdtollenaar besluit dat hij de helft van zijn bezit aan de armen zal geven en viervoudig zal vergoeden ieder die hij iets heeft afgeperst. Jezus stelt vast dat er redding ten deel is gevallen aan dit huis en zegt: “De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was (Lucas 19:10).”

Daar ging en gaat Jezus’ bewogenheid naar uit: de mens die verloren is. De mens die het niet meer ziet zitten en hulp en redding nodig heeft. Zijn het niet vaak juist deze mensen die open staan voor hulp?

De passie van Jezus voor ‘het verlorene’ was zelfs zo groot dat het zijn aardse noden en verlangens overtrof. In zijn ontmoeting met de Samaritaanse vrouw (Johannes 4) is Hij ondanks zijn vermoeidheid, honger en dorst gericht op wat Zijn Vader wil doen bij deze vrouw en het Samaritaanse dorp. En dan te bedenken dat Joden niet omgingen met Samaritanen!
Zijn discipelen drongen er op aan dat Hij wat zou eten. “Maar Hij zei tegen hen: Ik heb voedsel te eten waarvan u geen weet hebt. De discipelen dan zeiden tegen elkaar: Iemand heeft Hem toch niet te eten gebracht? Jezus zei tegen hen: Mijn voedsel is dat Ik de wil doe van Hem Die Mij gezonden heeft en Zijn werk volbreng (Johannes 4:32-34).”

Wat een passie voor de opdracht van Zijn Vader!
Wat een vuur om de werken die Zijn Vader voor Hem had toebereid, te volbrengen!

Hij deed het werk met passie en liefde voor de mens.
Hij zette zijn eigen verlangens, behoeften en noden opzij.
Doordat Hij oog had voor de mens achter de mens, wist hij de échte noden van mensen te ledigen.

Wat ziet u als u naar de mensen om u heen kijkt?

De juiste ‘spirit’!

huddle sportHet gaat ‘m om de juiste spirit, wordt wel eens gezegd als de werkgever zoekt naar een nieuwe werknemer. Niet de diploma’s tellen maar de inzet en persoonlijkheid.
De trainer die zijn speler tijdens de pauze wil oppeppen, roept: “Kom op jongens, houd de spirit er in!”

In ons leven met God gaat het ook om de juiste spirit! Letterlijk en figuurlijk.
Als kind van God zijn we vervuld met de Heilige Geest, de Geest van God die ons wil leiden, onderwijzen, troosten,.. Maar het gaat er ook om dat we handelen vanuit de juiste ‘spirit’, en dat is de Geest van kracht, liefde en bezonnenheid die God ons heeft gegeven als onderpand.

In 2 Timotheüs 1:7 staat dat God ons niet een geest van vreesachtigheid (lafhartigheid) heeft gegeven, maar van kracht en liefde en bezonnenheid!
Dát is de spirit! De kracht van waaruit we kunnen leven en handelen. Maar het geeft ook onze juiste mentale instelling aan: handelen vanuit kracht, liefde en bezonnenheid.

Een geest van kracht. Dat betekent dat Zijn geest ons voorziet in de kracht om te doen wat God vraagt. Bijvoorbeeld de vruchten van de Geest dragen. Die kunnen we niet uit onszelf dragen. Ze vormen zich enkel doordat de Heilige Geest werkzaam in ons is en we daar ruimte aan (durven) geven. Hij geeft ons de sterkte, de macht, het vermogen, de energie, het vuur om krachtig te zijn.

Een geest van liefde, want Hij wil dat we ons toewijden aan elkaar, aan Zijn gemeente en aan de wereld met dezelfde passie als Jezus, die zich opofferde voor ons. Er is geen grotere liefde dan dat iemand zijn leven opoffert voor zijn vrienden ( zie Johannes 15:13).
Zijn Geest bezorgt ons die genegenheid, die toewijding en welgezindheid naar de ander.

Een geest van bezonnenheid, want Hij wil dat we goed luisteren en onze tong in toom houden in onze omgang met anderen. Geliefde broeders en zusters, onthoud dit goed: ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden (Jakobus 1:19).
Zijn Geest helpt ons om behoedzaam en bedachtzaam te handelen. Om bewust en weloverwogen te leven. Om waardig en bedaard, nadenkend en nuchter te zijn.

Samen vormen deze drie eigenschappen een mooi team. Ze houden de spirit erin! Want wat is kracht zonder liefde en bezonnenheid? En wat is liefde zonder behoedzaamheid en vuur? En wat is iemand die nuchter en weloverwogen leeft maar geen passie heeft en geen echte toewijding kent?
Samen krijg je deze prachtige mix.
Dan word je een mens waarvan elke werkgever en sportcoach zou dromen!
Wow, wat een spirit!

Kunnen we nog wachten?

wachtenPas geleden hoorde ik iemand in de wachtkamer van het ziekenhuis zeggen: “Weet je dat we eigenlijk ons hele leven zitten te wachten? Mijn vrouw wacht op mij tot ik weer thuis ben. Ik wacht op de dokter,..” En ga zomaar door. Iedereen wacht wel op iemand of iets die op haar/zijn beurt ook weer op iemand of iets wacht…

Niet vrolijk
Van (het vooruitzicht op) wachten worden we doorgaans niet zo vrolijk. Wachten in het ziekenhuis, bij de dokter, aan het verkeerslicht, wachten op de bus, de trein die weer eens vertraging heeft. Wachten op iets wat je beloofd is, wachten op werk, wachten op anderen… Het kan heel wat frustratie geven!

Gisteren mocht ik met mijn oudste zoon een paar rollen gratis vuilniszakken ophalen in de sporthal hier in de buurt. Er is een nieuw soort vuilniszak ingevoerd en alle inwoners krijgen éénmalig een paar rollen gratis. Ook daar was het weer aanschuiven. Een lange rij van mensen stond tot buiten toe langzaam aan te schuifelen om de paar rolletjes in ontvangst te nemen. Gelukkig zat er redelijk beweging in de rij waardoor we binnen het halfuur geholpen waren. Ik moest ondertussen denken aan de burgers in andere landen die in het kader van verkiezingen vaak uren moeten wachten om hun stem uit te kunnen brengen. Dan valt het hier vaak nog mee, niet?

Bijbels wachten
Wachten is ook een Bijbels thema. Er wordt heel wat ‘af-gewacht’ in de Bijbel. We worden opgeroepen om te wachten: op antwoorden, op de vervulling van beloften, op openbaring, op de wederkomst, enz.

Een grote held in het wachten was zeker Abraham. Hij moest met zijn vrouw 25 jaar wachten op zijn beloofde zoon!  In Genesis 15:5-6 lezen we dat de HEERE Abraham naar buiten leidde en zei: Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem:  Zo talrijk zal uw nageslacht zijn. En hij geloofde in de HEERE, en Die rekende hem dat tot gerechtigheid.
Hij zou een groot nageslacht krijgen zo omvangrijk als het aantal sterren aan de hemel en het zand aan de over van de zee (Genesis 22:17). Maar er volgende nog vele, vele jaren voordat ze zich mochten verblijden over de geboorte van Izaäk. Abraham was toen 100 jaar en zijn vrouw 90!

Het geloof (zijn hoopvolle verwachting en vertrouwen) van Abraham wordt in het Nieuwe Testament verschillende keren aangehaald. Door het geloof heeft Abraham, toen hij door God op de proef gesteld werd, Izak geofferd. En hij, die de beloften ontvangen had, heeft zijn eniggeborene geofferd. Tegen hem was gezegd: Dat van Izak zal uw nageslacht genoemd worden. Hij overlegde bij zichzelf dat God bij machte was hem zelfs uit de doden op te wekken. En hij kreeg hem als het ware daaruit ook terug (Hebreeën 11:17-19).  Ook in Romeinen 4: 3,9, 18, 22 en Galaten 3:6 en Jakobus 2:23 wordt het geloof van Abraham genoemd. God zag Abraham als een oprecht en rechtvaardig mens.

Ook het volk Israël moest nog wel eens wachten. Bijvoorbeeld op Mozes die 40 dagen en nachten op de berg Sinaï verbleef om de stenen platen met de wetten en geboden van de HEER te ontvangen. Het volk wachtte lang op Mozes. Toen hij maar niet van de berg afkwam, eisten ze van Aäron een nieuwe God die voor hen uit zou gaan (Exodus 32:1). Het volk kon het geduld niet opbrengen om op Mozes te wachten. De plaatsvervangende leiding durfde geen weerstand te bieden. De gevolgen waren dramatisch.
Later moest het volk door hun gebrek aan vertrouwen en geloof in God 40 jaar door de woestijn zwerven in plaats van naar het Beloofde Land te mogen gaan. Wat een zware straf voor een gebrek aan vertrouwen en geloof in de almacht, kracht en voorzienigheid van de Here God. Die hadden ze voordien nochtans vaak mogen ervaren. Maar hoe zijn wij…?
Als God zich openbaart en ons – op een soms wonderbaarlijke wijze – voorziet, hangt daar een prijskaart aanvast. Zijn almacht ervaren hebben en Hem even later toch weer verzoeken door niet vertrouwen op Zijn voorzienigheid, kan grote gevolgen hebben. Een hele generatie Israëlieten zou die prachtige belofte van de beërving van het Beloofde Land  nooit in vervulling zien gaan.

Er zijn nog momenten van wachten beschreven in de Bijbel.
Zo moet Saul zeven dagen wachten op Samuel in Gilgal, wanneer hij als koning gezalfd is (1 Samuel 10:5-10). Pas dan krijgt hij van Samuel te horen wat hij verder moet doen.
Wij moeten soms ook wachten – soms heel lang – voordat de Here God ons duidelijk maakt hoe we verder moeten, welke weg we moeten inslaan.
Ook Jezus wacht! Hij wacht ‘op het tijdstip dat Zijn vijanden tot een voetbank voor Zijn voeten gemaakt worden’ (Hebreeën 10:13).

Waarom wachten?
Er zijn veel prachtige teksten waarin we worden aangemoedigd te wachten. Voor mij gaat dit wachten op de Here samen met ‘het van Hem verwachten’. Ons uitstrekken naar Hem. Met volle verwachting uitzien naar wat Hij gaat doen! Dit gaat gepaard met een instelling van hoop en geloof dat Hij zijn beloften zal waarmaken en ons nooit zal loslaten noch verlaten.

In Psalm 104:27 en 145: 15 staat er dat Hij de ogen van allen die wachten op Hem in voedsel wil voorzien en ons wil verzadigen. De  ogen van allen wachten op U, U geeft hun hun voedsel op zijn tijd. U doet Uw hand open en verzadigt al wat leeft, naar Uw welbehagen.

God zorgt voor ons. Zij goedheid is elke dag weer nieuw. Hij is trouw. Onze ziel mag op Hem hopen want Hij is goed voor wie Hem verwacht. Mijn deel is de HEERE, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. Goed is de HEERE voor wie Hem verwacht, voor de ziel die Hem zoekt. Goed is het te hopen en stil te wachten op het heil van de HEERE (Klaagliederen 3: 24-26). Een prachtig hoofdstuk trouwens, om zelf nog eens rustig te lezen.

Waarom wachten en uitzien naar de Here God? Omdat Hij zal horen en redding brengt, zegt Micha.  Maar ik, ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God (Micha 7:7).

Hij zal recht doen aan Zijn kinderen die dag en nacht tot Hem roepen! Zal God dan geen recht doen aan Zijn uitverkorenen, die nacht en dag tot Hem roepen, hoewel Hij hen soms lang laat wachten? Ik zeg u dat Hij hun met spoed recht zal doen. (Lukas 18:7) 

Hij zal ons hart sterk maken als we op Hem verwachten. hij zal ons een hulp zijn. Hoor, HEERE, mijn stem als ik roep; wees mij genadig en antwoord mij. Mijn hart zegt tegen U wat U Zelf zegt: Zoek Mijn aangezicht. Ik zóek Uw aangezicht, HEERE, verberg Uw aangezicht niet voor mij. Wijs Uw dienaar niet af in toorn, U bent mijn hulp geweest; laat mij niet in de steek en verlaat mij niet, o God van mijn heil. Wacht op de HEERE, wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken; ja, wacht op de HEERE (Psalm 27: 7-9, 14).

Als we op Hem wachten zal hij ons verheffen om de aarde te bezitten. Hij zal ons ‘aanzien’ en ‘grondbezit’ geven, of ‘je het land in bezit geven’ staat er in andere vertalingen. Wacht op de HEERE en houd u aan Zijn weg. Dan zal Hij u verheffen om de aarde te bezitten; u zult zien dat de goddelozen worden uitgeroeid. (Psalm 37:34).

We moeten ook op Hem wachten als we vergelding en rechtvaardiging willen voor wat ons is aangedaan. We kunnen soms zo kwaad zijn dat we diegene die ons onrecht aandeed, ook weer onrecht zouden aandoen. We willen vergelding, hier en nu! En zullen het desnoods zelf wel regelen. Maar God vraagt dit aan Hem over te laten en hiervoor op Hem te wachten. Zeg niet: Ik zal het kwaad vergelden, wacht op de HEERE, en Hij zal u verlossen (Spreuken 20:22).
En daarom wacht de HEERE, opdat Hij u genadig zal zijn; en daarom zal Hij Zich verheffen om Zich over u te ontfermen. Voorzeker, de HEERE is een God van rechtWelzalig zijn allen die Hem verwachten (Jesaja 30:18).

Hij heeft zelfs onvoorstelbare dingen voor ons in petto. Zegeningen en gaven waar niemand op zou komen, die niemand kan bedenken. Als we maar op Hem willen wachten. Toen U ontzagwekkende dingen deed, die wij niet verwachtten, daalde U neer; voor Uw aangezicht smolten de bergen weg. Ja, van oude tijden af heeft men het niet gehoord, men heeft het niet ter ore genomen en geen oog heeft het gezien, behalve U, o God, wat Hij doen zal voor wie op Hem wacht. U ontmoet wie zich in U verblijdt, wie gerechtigheid doet, wie op Uw wegen aan U blijven denken (Jesaja 64:3-5).

Volharding
Tot slot, wachten gaat samen met volharding! Gods Woord roept ons op te volharden. Wachten maken daar onderdeel van uit. Wachten kost soms veel volharding. Kijk maar naar Abraham. Maar die volharding versterkt en verdiept ons geloof. Ons vertrouwen in Hem zal bevestigd worden. Zelfs de Here Jezus moest gehoorzaamheid leren doorheen de pijn en het lijden dat hij doormaakte. Hij moest volharden en verleidingen weerstaan, laat staan wij! Ook al was Hij de Zoon van God, toch moest hij werken aan zijn relatie met de vader en zijn geestelijk leven onderhouden. Als 12-jarige was hij in de tempel daar al mee bezig. Zijn geestelijk leven was er niet zomaar. Hij moest er voor knokken om te kiezen om de wil van Zijn Vader te volbrengen.

Het wachten op Hem, hoe pijnlijk en tergend soms ook, heeft dus een vernieuwende, heilzame werking op ons. Het verdiept ons vertrouwen op Hem, mits we dat proces IN Hem ondergaan. Als we vervallen in bitterheid, boosheid, depressie en verwijten naar God, zal het wachten ons niets opleveren. Dan kan Hij niet tot Zijn doel komen. Laten we in stil en vast vertrouwen en ons aanklampend blijven uitstrekken naar wat Hij wil en gaat doen! Wij zullen zien wat Hij doet voor wie op Hem wacht (Jesaja 64)! We zullen Hem ontmoeten!

Goed is het te hopen en stil te wachten op het heil van de HEERE!