Ik weet niet hoe het bij u is, maar ik ben altijd weer blij als ik hoor en zie dat andere christenen ook worstelen met de dingen waar ik moeite mee heb.
Christenen die alles perfect voor elkaar lijken te hebben, bij wie alles vanzelf lijkt te gaan, zweven voor mij op een onherkenbaar geestelijk niveau waar ik me niet mee kan identificeren.
Soms lijkt het alsof ze zonder moeite Bijbel lezen, trouw stille tijd doen, altijd zin hebben om bij God te zijn, graag Zijn wil doen, altijd weten wat Gods wil is en Hem danken onder alles. Wauw.
Maar ik weet dat de realiteit vaak anders is. Elk huisje draagt zijn kruisje. Iedereen zondigt, ook bekende geestelijke leiders, oudsten en gemeenteleiders. Iedereen moet groeien en naarmate je geestelijk groeit, is het zeker zo dat bepaalde dingen minder moeite of strijd kosten. Je wil dat niet meer, verlangt er niet meer naar, want God Geest drijft je tot een ander – Hem welgevallig – leven. En dat is een fantastisch proces, vol van Zijn genade!
Maar laten we niet vergeten dat heel veel christenen nog steeds worstelen met de meest basale onderdelen van hun geloofsleven: Bijbel lezen, bidden en groeien om steeds meer te lijken op Jezus. Durven loslaten, durven vertrouwen op Zijn voorzienigheid en trouw. Zo belangrijk, zo moeilijk.
Ik ben bemoedigd als ik merk dat mijn broeders en zusters ook worstelen, struikelen en opstaan. Het versterkt me als zij daarover kwetsbaar durven zijn en dit bijvoorbeeld delen in de kring of in een persoonlijk gesprek.
Het gaat hier over een geestelijke wetmatigheid. God heeft geen behagen in onfeilbare, kreukloze en zelfbewuste christenen die alles onder controle lijken te hebben. Dat is immers geen realiteit! Hoe kunnen zij vanuit kracht en eigen fermheid anderen bemoedigen en versterken?
Is het niet juist in kwetsbaarheid en in zwakte dat we anderen weten te raken en hen bemoedigen?
God heeft behagen in hen die verbroken en verbrijzeld van hart en geest zijn. Met deze mensen kan Hij aan de slag. Hij kan ze inzetten voor Zijn Koninkrijk. De offers voor God zijn een gebroken geest; een verbrijzeld en verslagen hart zult U, o God, niet verachten (Psalm 51:19).
Paulus zegt dat Gods kracht juist zichtbaar wordt als wij zwak zijn en kwetsbaar. Alles wat we dan nog kunnen en mogen doen is immers geen eigen verdienste meer maar God in mij en Zijn genade door mij heen.
Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig (2 Korinthe 12: 9-10).
Ook onze geloofshelden in Hebreeën 11 blaken niet van zelfvertrouwen en geestelijke power.
Zij hebben door geloof overwonnen en in zwakheid kracht ontvangen.
En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd ontbreekt mij om te vertellen over Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten. Zij hebben door het geloof koninkrijken overwonnen, gerechtigheid in praktijk gebracht, beloften verkregen, muilen van leeuwen gesloten. Zij hebben de kracht van het vuur geblust, zij zijn aan de scherpte van het zwaard ontkomen, zij hebben in zwakheid kracht ontvangen, zij zijn machtig geworden in de oorlog, legers van vreemden hebben zij op de vlucht gejaagd (Hebreeën 11:32-34).
Jezus was in zwakte krachtig. Hij liet zich offeren als een lam. Zijn kruisiging was voor velen toen een teken van zwakheid, onmacht. Maar het bleek de belangrijkste daad in de menselijke geschiedenis. Want hoewel Hij gekruisigd is door zwakheid, leeft Hij toch door de kracht van God. Ook wij zijn immers zwak in Hem, maar zullen ten opzichte van u leven met Hem, door de kracht van God (2 Korinthe 13:4).
Jezus is ons voorbeeld. Hij durfde alle glorie en macht los te laten en als Zoon van God zwak te zijn. Hij kan voluit medelijden hebben met de onwetenden en dwalenden, omdat hij ook zelf met zwakheid omvangen is(Hebreeën 5:2).
Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde (Hebreeën 4:15).
- Durven wij ons kwetsbaar op te stellen of houden we liever ons masker op?
- Durven we onze moeiten, strijd, worstelingen en zwakte te laten kennen aan onze partner, ons gezin, onze kinderen, onze gemeenteleden? Of geven we liever de indruk dat het ons (geestelijk) steeds voor de wind gaat?
- Durven we onze zwakheid in Zijn handen leggen, zodat Hij Zijn kracht kan laten zien?
- Geloven we dat God onze zwakte en kwetsbaarheid wil gebruiken tot eer en groei van Zijn Koninkrijk?
Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig!