Ik zal je oprichten.
Ik zal je sterken en steunen en ondersteunen op de wegen die je gaat.
Ik zal altijd bij je zijn, voor je, achter je en om je heen.
Mijn aanwezigheid hangt niet af van jouw goede daden of van je levenswijze, maar van Mijn liefde, Mijn onvoorwaardelijke liefde.
Omdat Ik van je hou, ben Ik bij je, ken Ik je, doorgrond Ik je, is Mijn oog op je.
Om je te ondersteunen met Mijn heilrijke rechterhand.
Om je op te richten wanneer je valt.
Om je doorheen de storm naar een veilige haven te loodsen.
Mijn liefde en zorg voor jou hangt niet af van jouw inzet, prestaties.
Zij zijn er, omdat je Mijn kind bent, mijn geliefde kind.
Ik hou van je ondanks, niet dankzij.
En Ik ben stabiel in Mijn liefde en zorg voor jou.
Zoals een rots in de branding.
Niet te vermurwen.
Die rots staat er altijd.
Hoe hevig de golven ook op Mij inbeuken.
Laat maar komen. Ik blijf er staan. Voor jou.
Zodat jij altijd op me kan rekenen.
Waar je ook bent, wat je ook doet.

Hij is onze Rots in de branding
Ik sta er.
Met wijdopen armen, zoals de vader op zijn verloren zoon wachtte, ondanks zijn verkeerde keuzes en zonde.

De verloren zoon (Peter Paul Rubens)
Want Ik wil altijd weer geven, investeren.
Mijn liefde betonen, zegenen, je behoeden voor het verkeerde.
Maar Ik gaf je ook een eigen wil.
Jij hebt de vrijheid, keuzevrijheid.
Maar wat jij ook doet of kiest, het doet niets af aan mijn liefde voor jou.
Ik heb me verbonden aan jouw leven.
Ik gaf Mijn leven voor jouw leven. Zodat jij kán leven.
Natuurlijk doet het met verdriet wanneer je verkeerde keuzes maakt, wanneer je kiest voor dingen die jou van Mij verwijderen, omdat ze niet samengaan.
Ik weet dat die dingen je niet gelukkig maken.
In antwoord op Mijn liefde, ontvang Ik graag jouw liefde.
Niet jouw religie, plichtsbesef, het moeten, maar je hart.
Dat je hart Mij toebehoort.
Dat je verlangens en wensen naar Mij uit mogen gaan.
Vanuit die wederzijdse liefde en toewijding groeit onze relatie, groeit vertrouwen, vertrouwdheid, rust en vrede.