Er schuilt kracht in kwetsbaarheid!

vlinderIk weet niet hoe het bij u is, maar ik ben altijd weer blij als ik hoor en zie dat andere christenen ook worstelen met de dingen waar ik moeite mee heb.

Christenen die alles perfect voor elkaar lijken te hebben, bij wie alles vanzelf lijkt te gaan, zweven voor mij op een onherkenbaar geestelijk niveau waar ik me niet mee kan identificeren.

Soms lijkt het alsof ze zonder moeite Bijbel lezen, trouw stille tijd doen, altijd zin hebben om bij God te zijn, graag Zijn wil doen, altijd weten wat Gods wil is en Hem danken onder alles. Wauw.

Maar ik weet dat de realiteit vaak anders is. Elk huisje draagt zijn kruisje. Iedereen zondigt, ook bekende geestelijke leiders, oudsten en gemeenteleiders. Iedereen moet groeien en naarmate je geestelijk groeit, is het zeker zo dat bepaalde dingen minder moeite of strijd kosten. Je wil dat niet meer, verlangt er niet meer naar, want God Geest drijft je tot een ander – Hem welgevallig – leven. En dat is een fantastisch proces, vol van Zijn genade!

Maar laten we niet vergeten dat heel veel christenen nog steeds worstelen met de meest basale onderdelen van hun geloofsleven: Bijbel lezen, bidden en groeien om steeds meer te lijken op Jezus. Durven loslaten, durven vertrouwen op Zijn voorzienigheid en trouw. Zo belangrijk, zo moeilijk.

Ik ben bemoedigd als ik merk dat mijn broeders en zusters ook worstelen, struikelen en opstaan. Het versterkt me als zij daarover kwetsbaar durven zijn en dit bijvoorbeeld delen in de kring of in een persoonlijk gesprek.

Het gaat hier over een geestelijke wetmatigheid. God heeft geen behagen in onfeilbare, kreukloze en zelfbewuste christenen die alles onder controle lijken te hebben. Dat is immers geen realiteit! Hoe kunnen zij vanuit kracht en eigen fermheid anderen bemoedigen en versterken?
Is het niet juist in kwetsbaarheid en in zwakte dat we anderen weten te raken en hen bemoedigen?
God heeft behagen in hen die verbroken en verbrijzeld van hart en geest zijn. Met deze mensen kan Hij aan de slag. Hij kan ze inzetten voor Zijn Koninkrijk. De offers voor God zijn een gebroken geest; een verbrijzeld en verslagen hart zult U, o God, niet verachten (Psalm 51:19).

babyPaulus zegt dat Gods kracht juist zichtbaar wordt als wij zwak zijn en kwetsbaar. Alles wat we dan nog kunnen en mogen doen is immers geen eigen verdienste meer maar God in mij en Zijn genade door mij heen.
Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig (2 Korinthe 12: 9-10).

Ook onze geloofshelden in Hebreeën 11 blaken niet van zelfvertrouwen en geestelijke power.
Zij hebben door geloof overwonnen en in zwakheid kracht ontvangen.
En wat zal ik nog meer zeggen? Want de tijd ontbreekt mij om te vertellen over Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten. Zij hebben door het geloof koninkrijken overwonnen, gerechtigheid in praktijk gebracht, beloften verkregen, muilen van leeuwen gesloten. Zij hebben de kracht van het vuur geblust, zij zijn aan de scherpte van het zwaard ontkomen, zij hebben in zwakheid kracht ontvangen, zij zijn machtig geworden in de oorlog, legers van vreemden hebben zij op de vlucht gejaagd (Hebreeën 11:32-34).

lamJezus was in zwakte krachtig. Hij liet zich offeren als een lam. Zijn kruisiging was voor velen toen een teken van zwakheid, onmacht. Maar het bleek de belangrijkste daad in de menselijke geschiedenis. Want hoewel Hij gekruisigd is door zwakheid, leeft Hij toch door de kracht van God. Ook wij zijn immers zwak in Hem, maar zullen ten opzichte van u leven met Hem, door de kracht van God (2 Korinthe 13:4).

Jezus is ons voorbeeld. Hij durfde alle glorie en macht los te laten en als Zoon van God zwak te zijn. Hij kan voluit medelijden hebben met de onwetenden en dwalenden, omdat hij ook zelf met zwakheid omvangen is(Hebreeën 5:2).
Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar Een Die in alles op dezelfde wijze als wij is verzocht, maar zonder zonde (Hebreeën 4:15).

  • Durven wij ons kwetsbaar op te stellen of houden we liever ons masker op?
  • Durven we onze moeiten, strijd, worstelingen en zwakte te laten kennen aan onze partner, ons gezin, onze kinderen, onze gemeenteleden? Of geven we liever de indruk dat het ons (geestelijk) steeds voor de wind gaat?
  • Durven we onze zwakheid in Zijn handen leggen, zodat Hij Zijn kracht kan laten zien?
  • Geloven we dat God onze zwakte en kwetsbaarheid wil gebruiken tot eer en groei van Zijn Koninkrijk?

Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig!

Een vriend die God vreest

vriendenAls je de Facebook-profielen mag geloven, hebben we tientallen of zelfs honderden vrienden.
Dat is de virtuele wereld.
In de reële wereld is echte vriendschap een hoog goed.
Een echte vriend is een bijzonder zeldzaam geschenk, om met warmte te koesteren.

Deze morgen lazen mijn vrouw en ik een mooi stukje over het belang van goede vrienden in het dagboek ‘De kracht van biddend bijbellezen’ van de schrijfster Stormie Omartian. (een echte aanrader trouwens!)

‘Bid om godvrezende vrienden’ zegt de titel van het stukje en verwijst naar Amos 3.
In Amos 3:3 staat er “Gaan er twee tezamen, zonder dat zij het eens geworden zijn?”

Vervolgens omschrijft ze enkele eigenschappen van een goede vriend en verwijst daarbij naar verzen uit Spreuken en Prediker:

  • Een goede vriend vertelt liefdevol de waarheid (Spreuken 27:6)
  • Een goede vriend geeft u een verstandig advies (Spreuken 27:9)
  • Een goede vriend verbetert u (Spreuken 27:17)
  • Een goede vriend helpt u wijzer te worden (Spreuken 13:20)
  • Een goede vriend blijft dicht bij u (Spreuken 18:24)
  • Een goede vriend houdt van u en steunt u (Spreuken 17:17)
  • Een goede vriend helpt in moeilijke tijden (Prediker 4:9-10)
  • Een goede vriend is geen onruststoker (Spreuken 24:21-22)
  • Een goede vriend is niet vaak boos (Spreuken 22:24-25)

Ze sluit af met een mooi gebed:

handen gebed op bijbelHeer, ik bid dat ik altijd goede, godvrezende vrienden mag hebben,
en dat we elkaar beïnvloeden, aanmoedigen en inspireren om dichter bij U te leven.
Ik bid om vrienden die mij liefdevol de waarheid zullen vertellen,
me wijze raad zullen geven en mij in moeilijke tijden zullen helpen.
Help mij ook om zelf zo’n vriend te zijn voor anderen.
Breng geschikte vrienden in mijn leven.

Zo’n vriend wil je graag hebben. Zo’n vriend mogen we zijn!

Wat ziet u?

Wat ziet u als u rond u heen kijkt?
Irritante, egoïstische mensen of vermoeide en verstrooide schapen?
Zien we de nood, de pijn en het verdriet bij onze naaste of hebben we genoeg aan onze eigen zorgen?

Jezus zag de nood van de mens en ging daar op in. Hij doorzag wat er écht bij de mensen speelde en keek verder dan de buitenkant.
In Mattheüs 9:36 staat: Toen Hij de menigte zag, was Hij innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, zoals schapen die geen herder hebben.” Hij is bewogen over de kroon op Zijn schepping: Zijn mensen! Hij wil Zich over hen ontfermen en zoekt arbeiders die willen helpen met het oogsten.
ZacheusJezus had oog de situatie van Zacheüs. Jezus keek verder dan het beeld dat het volk van hem had. Voor Jezus was Zacheüs niet die zondige, rijke hoofdtollenaar die meeheult met de vijand en zijn eigen volk bedriegt. Ja, dat wist Jezus ook, maar Hij zag ook het verlangen van Zacheüs om zijn leven weer op orde te krijgen en echt gelukkig te worden. Het liedje van Elly en Rikkert over Zacheüs zegt het heel mooi: “Want ook al hou je je groot Zachëus. Toch ben je klein en alleen. Diep in je hart zie Ik nood, Zacheüs. Want Ik kijk dwars door je heen.”

Jezus gaat in op het verlangen van Zacheüs om Hem te ontmoeten. De rijke en welvarende man kruipt zelfs in de boom omdat hij Jezus graag wil zien. Jezus wil hem niet alleen zien, maar ook ontmoeten en hem een nieuw leven aanbieden. Een leven van eerlijkheid, oprechtheid en omzien naar de ander. Een leven dat zijn omgeving liefst van deze verrader zou willen afeisen. Maar ze hebben de liefde en bewogenheid er niet voor. Ze morren alleen maar. Ze zien dat Jezus het huis van Zacheüs binnen gaat. En “Allen die dit zagen, zeiden morrend tegen elkaar: ‘Hij is het huis van een zondig mens binnengegaan om onderdak te vinden voor de nacht (Lucas 19:7).”

Jezus bereikt het hart van Zacheüs. Hij ziet de werkelijke nood van deze man en weet juist daardoor een keer te brengen in zijn leven. De hoofdtollenaar besluit dat hij de helft van zijn bezit aan de armen zal geven en viervoudig zal vergoeden ieder die hij iets heeft afgeperst. Jezus stelt vast dat er redding ten deel is gevallen aan dit huis en zegt: “De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was (Lucas 19:10).”

Daar ging en gaat Jezus’ bewogenheid naar uit: de mens die verloren is. De mens die het niet meer ziet zitten en hulp en redding nodig heeft. Zijn het niet vaak juist deze mensen die open staan voor hulp?

De passie van Jezus voor ‘het verlorene’ was zelfs zo groot dat het zijn aardse noden en verlangens overtrof. In zijn ontmoeting met de Samaritaanse vrouw (Johannes 4) is Hij ondanks zijn vermoeidheid, honger en dorst gericht op wat Zijn Vader wil doen bij deze vrouw en het Samaritaanse dorp. En dan te bedenken dat Joden niet omgingen met Samaritanen!
Zijn discipelen drongen er op aan dat Hij wat zou eten. “Maar Hij zei tegen hen: Ik heb voedsel te eten waarvan u geen weet hebt. De discipelen dan zeiden tegen elkaar: Iemand heeft Hem toch niet te eten gebracht? Jezus zei tegen hen: Mijn voedsel is dat Ik de wil doe van Hem Die Mij gezonden heeft en Zijn werk volbreng (Johannes 4:32-34).”

Wat een passie voor de opdracht van Zijn Vader!
Wat een vuur om de werken die Zijn Vader voor Hem had toebereid, te volbrengen!

Hij deed het werk met passie en liefde voor de mens.
Hij zette zijn eigen verlangens, behoeften en noden opzij.
Doordat Hij oog had voor de mens achter de mens, wist hij de échte noden van mensen te ledigen.

Wat ziet u als u naar de mensen om u heen kijkt?